Reclamewering

Overmatige consumptie van ongezonde en niet duurzame producten schaadt de volksgezondheid en het milieu en dit wordt deels beïnvloed door reclame.

Ondanks toenemende (internationale) interesse in reclamewering, is het implementeren van dergelijk beleid uitdagend. Om een beter beeld te krijgen van het beleidsproces zijn in een kwalitatieve studie de perspectieven onderzocht van gemeentelijke beleidsmedewerkers op het weren van reclames voor ongezonde en niet-duurzame producten en diensten uit de openbare buitenruimte.

Opdracht

Maak een visuele samenvatting van het rapport over reclamewering

  • Klant

    Amsterdam UMC

  • Jaar

    2025

  • Dienst

    Infographic

SAMENVATTING ONDERZOEK

Reclamewering

Deze kwalitatieve studie interviewde 18 beleidsmakers van 13 Nederlandse gemeenten over de vraag of, hoe en waarom Nederlandse gemeenten momenteel werken aan beleid over het weren van reclames voor ongezonde en niet duurzame producten of diensten uit de publieke omgeving.

Beleidsmakers legden uit dat reclameverboden vaak geïnitieerd werden binnen de gemeenteraad door een linksgeoriënteerd raadslid, waarbij de gemeenteraad eerder geneigd was om voor de goedkeuring van dit beleid te stemmen op basis van een combinatie van een momentum voor een reclameverbod, een gunstig politiek klimaat en een ontstaan beleidsvenster. Gemeenten die er voor kozen geen reclameverboden in te voeren deden dat vaak door een gebrek aan politieke steun, met name vanuit een meer rechts gedomineerde raad.

Voor de gemeenten die aan de slag gingen met het ontwikkelen van reclameweringsbeleid, suggereerden beleidsmakers dat de ontwikkeling, implementatie en duurzame implementatiemogelijkheden van reclamewering leek te worden beïnvloed door de beleidscoherentie, het beheersen van risico's voor de beleidsuitvoering en de praktische uitvoering en haalbaarheid.

Al deze elementen droegen bij aan de veronderstelde maatschappelijke en symbolische impact van de reclamewering, waar beleidsmakers uitlegden dat het doel vaak was om de consumptie van ongezonde en niet duurzame producten of diensten te verminderen, maar dat de daadwerkelijke effectiviteit onzeker was, mede gezien de hoeveelheid reclame waar consumenten aan worden blootgesteld waar de gemeente geen invloed op heeft. Er werd ook gesuggereerd dat het primaire effect politiek kan zijn, aangezien gemeenten de maatregelen gebruiken om een statement te maken over hun standpunt ten aanzien van de consumptie van ongezonde en niet duurzame producten of diensten, en zo publieke aandacht trekken, andere gemeenten te inspireren hun voorbeeld te volgen, en het debat over gezondheid en duurzaamheid te sturen.